Hoog-geïmmuniseerde patiënten en de rol van het HLA-laboratorium bij baanbrekend nieuw medicijn bij transplantaties
Huidige programma’s met levende donoren
Op het moment dat een patiënt een levende donor heeft, en deze compatibel is, bestaat de mogelijkheid dat de nier direct getransplanteerd kan worden. Voor vele hoog-geïmmuniseerde patiënten is dit helaas niet mogelijk. Wel kan de patiënt samen met deze donor deelnemen aan het cross-over programma. Dit wordt ook wel gepaarde donorruil of ruiltransplantatie genoemd. Door slim te ruilen met andere donor-ontvanger koppels die ook niet matchen, kunnen passende combinaties wel ontstaan. Zo kunnen meerdere transplantaties toch plaatsvinden. In dit landelijke programma wordt op deze wijze een aanvankelijk dubbele onmogelijkheid tot doneren omgebogen tot twee geslaagde transplantaties. De procedure staat schematisch weergegeven in figuur 1.
LUMC Transplant Talks Magazine 2024: lees hier.
Zodra de ontvanger en donor medisch goedgekeurd zijn, kan het koppel worden aangemeld bij de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) in Leiden. Alle niertransplantatiecentra in Nederland doen aan dit programma mee en melden koppels aan. Eens per kwartaal wordt er vanuit de NTS met behulp van een computerprogramma naar de meest optimale mogelijkheden gezocht. Als er een mogelijke donor gevonden wordt (vanuit een ander Nederlands centrum) dan worden er eerst testen in het Nationaal Referentie Laboratorium (=het HLA-laboratorium van het LUMC) uitgevoerd. Bij gebleken geschiktheid zal de donor op reis gaan naar het transplantatiecentrum van de ontvanger en daar doneren. De ontvanger blijft in het eigen centrum. Verder vinden de operaties op dezelfde dag plaats en is er anonimiteit tussen de paren. Dat wil zeggen dat de donor en ontvanger die bij elkaar gebracht zijn, elkaar niet te zien krijgen. Dit cross-over-programma is bijna 15 jaar actief. Het heeft tot veel extra transplantaties geleid die anders niet mogelijk zouden zijn geweest.
Het verwijderen van antistoffen
Ondanks de verschillende programma’s blijven er nog altijd hoog-geïmmuniseerde patiënten die lang moeten wachten op een donoraanbod. Voor de patiënten die wachten op een overleden donor, en bijvoorbeeld niet in aanmerking komen voor het AM programma, zijn er nieuwe procedures in ontwikkeling. Met deze procedures kunnen we kritisch kijken naar de aanwezige antistoffen, met de mogelijkheid om sommige HLA-antigenen toch acceptabel te maken. Dit heet delisten; zie (Verwijzen naar andere pagina artikel (lang wachten door antistoffen)
Voor patiënten met een levende donor is er de mogelijkheid om deel te nemen aan desensibilisatie programma’s voor HLA-incompatibele niertransplantatie. Hierbij wordt een desensitisatiebehandeling van 1 à 2 weken toegepast om antistoffen te verwijderen alvorens te transplanteren. Deze behandeling kan alleen electief plaatsvinden met een levende donor. Recent zijn er nieuwe mogelijkheden gekomen om aanwezige antistoffen te verwijderen.
Imlifidase is een cysteïne protease, afgeleid van een enzym van Streptococcus pyogenes, die immunoglobuline G (IgG) afbreekt. Bij toediening voor niertransplantatie zijn gedurende 1-2 weken geen IgG antistoffen en daarmee ook geen HLA-antistoffen aantoonbaar. Imlifidase is in de medische literatuur beschreven als desensibilisatie behandeling in 46 hoog-geïmmuniseerde patiënten. Na 3 jaar follow-up waren er 36 van de 39 patiënten nog in leven (90%) en hadden 33 mensen een functionerend niertransplantaat (85%). Imlifidase werd goed verdragen.
LUMC is referentielaboratorium
De Zweedse firma Hansa Medical heeft het HLA-laboratorium van het LUMC gekozen als Europees referentielaboratorium bij een Europese studie naar de effectiviteit van dit nieuwe medicijn. In deze Europese studie waarbij 25 centra uit meer dan 12 landen deelnemen, worden 100 patiënten behandeld met Imlifidase. Patiënten worden door het HLA-laboratorium van het LUMC uitvoerig immunologisch in kaart gebracht en vervolgd. Het LUMC Transplantatie Centrum is ook één van de centra dat deelneemt aan deze pilotstudie.